Een rondje Bolivia

14 februari 2013 - La Paz, Bolivia

Na om 10.00 uur op 8 januari de bus te hebben genomen in Rio de Janeiro, kwam ik na 28.5 uur om 12.30 (met twee uur tijdsverschil) op 9 januari in Corumba, Brazilie aan. Omdat het daar 42 graden en vreselijk was, ben ik de grens overgelopen naar Bolivia en heb ik meteen de bus om 19.00 uur naar Santa Cruz de la Sierra genomen. 9 Uur later kwam ik daar om 5.00 uur op 10 januari aan. Na twee uur te hebben gewacht op de eerste taxi op het busstation was ik om 7.30 uur in mijn hostel in Santa Cruz en kon mijn reis door Bolivia beginnen.

Santa Cruz

Santa Cruz is een stad in het oosten van Bolivia, ligt `slechts` op ongever 600 meter hoogte en, omdat het dicht bij het amazone gebied is, heeft het een aangenaam klimaat. Dit was wel even fijn aangezien ik net van de stranden in Brazilië kwam. Voor boliviaanse begrippen is Santa Cruz een meer ontwikkelde stad. Dit zie je terug aan de kleding en de auto´s, maar bepaalt niet aan de `architectuur`. De stad is in een woord ´lelijk´ te noemen, alleen de plaza heeft nog steeds het koloniale uiterlijk. Om Santa Cruz heen was er gelukkig wel iets te doen. Op ongeveer 45 minuten rijden is ´Lamos de Arena´. Dit zijn witte zandduinen die uit het niets opduiken in een landschap van voornamelijk rood zand en woestijn. Het wordt door de bewoners van Santa Cruz ook wel een natuurlijk phenomeen genoemd, maar omdat duinen mij niet onbekend zijn, was mijn voornaamste reden om naar ´Lamos de arena´te gaan een ander. Ik had namelijk vernomen dat er op deze duinen ook ge-sandboard kon worden en aangezien wintersport er voor mij dit jaar niet in ging zitten............ Ik kwam helaas van en koude kermis thuis, want het board dat we hadden gehuurd functioneerde niet zoals verwacht. Na nog een dagje te hebben ontspannen in Santa Cruz en van de Salteñas, een boliviaanse lekkernij die je kunt het vergelijken met de argentijnse empeñada, alleen is het deeg iets zoeter en harder en het vlees iets pikanter, vond ik het tijd om weer verder te gaan.

Samaipata

In Santa Cruz had ik 4 belgische Brusselaarsen leren kennen en omdat die dezelfde weg opgingen als ik, heb ik mij bij hen aangesloten. De weg naar Samiapata verliep niet geheel vlekkeloos. Na een taxi voor vijf te hebben gevonden, twee op de bijrijdersstoel kan hier makkelijk, waren we onderweg. Maar na al een keer eerder te zijn gestopt voor een check en wat geruk aan het achterwiel, liet de chauffeur ons na 45 minuten weten dat de auto niet in orde was en dat we uit moesten stappen. Daar stonden we,´in the middle of nowhere´ en zagen onze taxi wegrijden. Gelukkig kwam er een ´micro´ (een soort lijndienst) aanrijden die ons mee wilde nemen naar het volgende dorpje. Eenmaal aangekomen in El Torno vonden we na een uur een taxi die ons naar Samaipata wilde brengen.
We kwamen van de lage, vlakke landen en zagen de bergen weer steeds dichterbij komen tot we op een gegeven moment weer over de bekende slingerweggetjes reden. Alle bergen rond Samaipata zijn van zandsteen en dat zorgt voor een kleurrijke omgeving. Samaipata is een klein en rustig dorpje waar eigenlijk niet veel meer te doen is dan wandelen in de omgeving en het bezoeken van ´El Fuerte´. Dit heb ik dan ook gedaan. De eerste dag hebben we een wandeling gemaakt in ´Parque Maboro´. De gids, een frivole duitsers die er al 25 jaar woonde, had net een nieuwe wandelroute ontdekt en wilde deze wel met ons gaan lopen. Hij had de tocht zelf twee keer eerder gedaan en de enige voorwaarde was dat het water niet te hoog zou staan, dit zat ons gelukkig mee. De tocht bracht ons van halverwege een berg, naar een vallei met een cabana waar de ultieme rust heersde, naar beneden naar een ´piscina natural´ vanaf waar wij de rivier stroomafwaarts volgenden naar het volgende dorpje. Het grooste gedeelte van de wandeling was door de rivier van steen naar steen en op sommige stukken was het duidelijk dat er nauwelijks mensen kwamen. Door de zandsteen en het water hadden de stenen langs de rivier allerlei verschillende kleuren. Zoiets had ik nog niet eerder gezien. Na ongeveer 10 uur wandelen kwamen we bij onze eindbestemming waar de auto´s en een biertje op ons wachtte. Na ´s avonds met z´n allen wat gegeten te hebben en nog 1 drankje te hebben gedaan, was het tijd om naar bed te gaan want de dag erna stond ´El Fuerte´ op het programma. ´El Fuerte´ (het fort) is een steen bovenop een berg die is uitgehouweeld tot wat het nu is. Tot op heden zijn er alleen theorieen over waar deze plek voor was. Er zijn archeologen die denken dat het een ontmoetingsplek tussen Inca´s uit de laaglanden en de Andes was en andere denken dat het een soort van tempel was. Ook zijn er tegenwoordig mensen die denken dat het een landingsplaats voor UFO´s is. Toch leuk dat deze mensen nog bestaan. Na het bezoek aan ´El Fuerte´ was de tijd daar. Het was tijd om naar La Paz te gaan!

La Paz!

Na drie maanden en vier dagen (but who`s counting) was het dan zover. Eindelijke ging ik mijn vriendinnetje weer zien. Na eigenlijk de hele dag een beetje zenuwachtig niets te hebben gedaan, nam ik de taxi naar het vliegveld. Heel apart om iemand die je zo graag weer wilt zien dan door de deuren van een vliegveld in een ver land te zien komen. Maar zeker niet minder leuk. De eerste dag zat het ons niet erg mee. Het regende de hele dag en als het regent op 3000m, dan is het koud, erg koud. In plaats van de stad verkennen was het meer van restaurantje naar restaurantje hoppen om op te warmen. De tweede dag zat het ons gelukkig wel mee. Een blauwe hemel en een heerlijk zonnetje, dus besloten we een rondje door La Paz te lopen. We zijn via calle Jaen, naar verhoren het enige authentieke straatje van La Paz, naar het etnografische museum gegaan waar over de achtergrond van de verschillen inheemse invloeden werd verteld en een tentoonstelling van allerlei (carnavals)maskers was te zien. Vervolgens langs Plaza Murillo, waar de overheidsgebouwen zijn, naar een van de vele ´miradores´(uitzichtpunten) over de stad. Zo een grote stad, in een vallei, op deze hoogte, met besneeuwde bergen op de achtergrond, is iedere keer weer een feest om naar te kijken. Vanaf deze ´mirador´ konden we ook het voetbalstadion zien waar Bolivia al haar thuiswedstrijden houdt en ook wint. Toen we daar heen gingen was het veld helaas afgesloten, maar we konden door een open deur toch naar binnen glippen en onder andere de perskamer even bekijken. Onze laatste stop was bij Plaze San Fransisco waar eigenlijk altijd wel straatmuzikanten (lees: straatbands) muziek aan het maken zijn en waar je de mensen met de bekende gekleurde kleding en bolhoedjes voorbij ziet komen. ´s Avonds zjn we uiteten gegaan met de vier belgische. Ik probeerde de lama steak en dat was totaal geen slechte keus. De structuur is vrijwel hetzelfde als gewoon koevlees alleen heeft het een iets zoetige nasmaak. Best lekker dus.

´I cycled down the most dangerous road in the world and I survived´, staat er achter op ons T-shirt. Jazeker! Onze laatste dag in La Paz hebben ge-mountainbiked op de bekende ´Death Road´ (The North Yungas Road) en wat een spektakel was dat. We werden om zeven uur ´s morgens opgehaald bij ons hostel en stonden om 8 uur op 4700m te ontbijten om daarna 63km te gaan afdalen. De eerste 20km is over een asfaltweg. Dit is maar goed ook, want zo kun je een beetje wennen aan de downhill fiets. Dit eerste stuk was alleen wel stervenskoud. De mist en regen zijn steenkoud en ondanks de verschillende lagen kleding die we aan hadden, ging het overal dwars doorheen. Na dit stuk verharde weg bracht de auto ons 8km verder naar het begin van de onverharde, smalle ´Death Road´. Aan de ene kant ravijn, aan de andere kant de berg. Wij hadden twee gidsen, één ging zo hard als de snelste van de groep en de ander reed met de langzamere rijders mee. Heerlijk onder de watervalletjes door, door de riviertjes en springend over stenen. Continue vlak achter de gids, die keurig aangaf wanneer er een scherpe bocht aankwam, op de voet gevolgd door Jasmijn. Iedere kilometer die we naar beneden reden voelden we het warmer worden. En bij de pauze konden de meeste lagen dan ook weer uit om het laatste stuk in een heerlijke temperatuur verder te gaan. Beneden aangekomen stond er een douche, zwembad en heerlijk lunch op ons te wachten en daarna, nu over de nieuwe weg, weer richting La Paz.

Lago Titicaca

Na een goede nachtrust vertrokken we de volgende ochtend richting ´Lago Titicaca´. Onderweg naar Copacabana na ongeveer 3 uur het, ik denk inmiddels voor de meeste wel bekende, bootje genomen. Het is korter om op dit punt het meer over te steken in plaats van er omheen te rijden. Om deze reden moeten alle reizigers uit de bus en met een klein bootje naar de overkant en gaat de bus op een soort platform apart over het water. Al vaak iets over gehoord, maar super leuk om een keer mee te maken. In Copacabana aangekomen was het prachtig weer en hadden we de hele middag de tijd om het stadje te verkennen, van het weer te genieten en ons voor te bereiden op dag erna wanneer wij naar het eiland Isla de Sol zouden gaan. We hadden de dag erna om acht uur de boot naar de zuidkant van Isla del Sol en op de boot kwamen we Gilbert tegen, een knulletje van een jaar of 11 die al een aardig woordje engels sprak, die ons wel naar ons accomodatie wilde begeleiden, dit aanbod namen we maar aan. Na het beklimmen van dé trap kwamen we aan bij onze accomodatie en begonnen we, na het inslaan van water en eten voor de dag, eigenlijk meteen met een wandeling over het eiland. Eerst naar het hoogste punt van het eiland gelopen. Hier was het uitzicht geweldig. Je kon over het ´hele´ (zo groot is het ook weer niet) eiland kijken, maar vooral het meer met in de verte de besneeuwde bergtoppen was om geen genoeg van te krijgen. Na hier wat gegeten te hebben zijn we doorgelopen naar het strandje aan de oostkant van het eiland. Niet dat je hier kan zwemmen, het water is zelfs te koud om even te pootjebaden, maar wel leuk om ook even bij het water te zijn. Vanaf hier zijn we recht omhoog tegen de berg op omhoog gelopen om bij het hogergelegen pad aan te komen en weer terug te lopen naar de zuidkant. Eenmaal terug in Yumani nog heerlijk even van de laaste zonnenstralen en het uitzicht genoten, onder het genot van. Een vemoeiende, je loopt toch de hele dag boven de 4000m, maar super mooie dag. Het was een bijzondere wandeling.

Uyuni

Na Isla de Sol zijn we via La Paz direct doorgegaan naar Uyuni voor de drie-daagse tour naar oa de zoudvlaktes (Salar de Uyuni). We kwamen om 8.30 uur in Uyuni aan en toen we de bus uitstapten stonden de mensen van de verschillende tour agencies al klaar om ons op te vangen. Zodoende zaten wij dan ook om 10.30 uur al in de jeep om onze, noem het even, Salar de Uyuni trip (of noem het mijn verjaardagstrip) te beginnen.
Na kort even gestopt te zijn bij een ´Trenes Cemeterio´ (treinenbegraafplaats), zoals je misschien al vermoed stonden hier allemaal trienstellen die niet meer in gebruik waren, gingen we naar ´Salar de Uyuni´ (zoudvlakte). Gelukkig was het droog op het moment dat wij er waren, maar omdat het regenseizoen was in Bolivia stond er in het gedeelte van de Salar waar wij heen gingen ongeveer 15 cm water. Dit water zorgt ervoor dat de Salar eigenlijk één grote spiegel is die de bergen in de omgeving en de auto´s, bussen en mensen die op de Salar zijn worden weerspiegeld. Dit zorgt voor een aantal indrukwekkende plaatjes. Het nadeel van dit water is echter dat niet de gehele Salar begaanbaar is en wij daardoor niet naar het cactuseiland konden. Wel konden we het ´Hotel de Sal´(hotel van zout) bezoeken en de beelden van zout bekijken. Vervolgens was het tijd om richting onze slaapplaats voor de nacht in Alota te gaan, maar de weg daar naartoe ging niet geheel zonder kleerscheuren. Eerste stopte de auto in de Salar ermee omdat de motor nat was geworden, dit kon de chauffeur gelukkig met wat klouterwerk en een wc-rol oplossen, daarna stopte de auto er helemaal mee en bleken we ook nog een lekke band te hebben, ook dit was niet te veel voor onze chauffeur, (dit leverde ons wel een paar mooie plaatjes van lama´s op) en toen het donker werd bleek de auto niet over al te veel licht te beschikken, maar gelukkig had de chauffeur nog een koplampbolletje in de achterbak liggen. Door deze vertragingen kwamen we vrij laat in ons hostel aan en gingen we na het eten meteen, in mijn door Jasmijn versierde slaapkamer, naar bed.
De volgende dag ging de wekker om 6.30 uur en gingen we, na bij de chauffeur toch nog even geinformeerd te hebben over het licht, hij stelde ons gerust met de woorden ´hoy no noche´(vandaag geen nacht), op pad voor dag 2. Deze dag zouden we aardig de hoogte in gaan, richting de 4500m en bij meren met allemaal verschillende kleuren gaan kijken. We gingen langs Laguna Verde, Laguna Azur en Laguna Colorada, waar naast wij ook verbleven. Al deze meren hebben allemaal verschillende kleuren doordat er algen in het water zitten die verschillend reageren op het zonlicht. De combinatie van de verschillend gekleurde meren, de flamingo´s in de meren, de lagunas zitten vol met flamingo´s omdat deze op de algen afkomen, en de bergen in de omgeving, maakte het een van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien. Naast de meren zijn we de tweede dag ook naar de Geysers Sol de Miñano geweest. Er werd ons verteld dat deze geizers ontstaan doordat er zich een vulkaan aan het vormen is onder het gebied en te ruiken aan de zwaveldampen die rond de geizer hingen, klonk dat niet heel ongeloofwaardig. Door dit potentiele vulkanisme was er ook een ´hotspring´ in het gebied waar wij een heerlijk verfrissende duik konden nemen en de stof van ons af konden wassen voordat wij naar onze tweede en tevens laatste verblijfplaast zouden gaan. Omdat onze groep, bestaande uit twee franse jongens, twee braziliaanse meiden en wij, nu wat meer energie had dat dan de dag ervoor, hebben we de hele avond, onder het genot van een glaasje boliviaanse wijn, gepraat over de verschillen tussen de landen en muziek uitgewisseld. Het speakertje dat ik in Colombia had gekocht, blijkt een super aankoop.
De derde dag, na met iets meer moeite dan de dag ervoor uit bed te zijn geklommen (ik ben tenslotte weer een jaartje ouder), begon ook weer vroeg maar bestond uit iets minder bezienswaardigheden, want we zouden ook weer terugreizen naar Uyuni. We reden eerst naar Arbol de Piedra, dit is een partij zandstenen die door de jaren heen door de wind in aparte vormen zijn gesleten. Dit zag er leuk uit, maar was niets vergeleken met het rotslandschap waar wij later door heen zouden rijden. Valle de Rocas is een grote vallei die bezaaid is met zandstenen die door de wind en ook regen de meest bijzonder vormen hebben. Helaas kon ik hiervan niet erg genieten door een opkomend buikgriepje (mijn eerste).

Tupiza

Omdat we dezelfde dag dat we van de Uyuni tour terugkwamen meteen de nachtbus naar Tupiza hadden genomen, was het tijd voor wat ontspanning. Twee nachten in een hotel met zwembad met als enige activiteit een rondje paardrijden. Paardrijden? Juist ja, paardrijden. Ik had Jasmijn beloofd een keer met haar te gaan paardrijden en dat ging er nu van komen. Om Tupiza heen is een beetje een Grand Canyon-achtig landschap en dat maakt het een super mooi gebied om paard te rijden. Wij hadden besloten om een tocht van 3 uurtjes te doen, omdat ik niet wist of mijn bilpartij instaat zou zijn meer dan dat te handlen. Mijn paard Cara Blanca (wit gezicht), het beste, sterkste en mooiste paard van stal, had duidelijk geen moeite met mijn onbekwaamheid en liep rustig zijn dagelijkse route. Na een half uurtje rustig te hebben gelopen vroeg de begeleider of ik ook in ´trota´(draf) wilde en ik had nog geen sí gezegd of de man ging er al vandoor. Cara Blanca volgende direct en mijn eerste drag was een feit. Hard gelach klonk er achter mij, maar na even aardig door elkaar te zijn geschut, ik had namelijk geen idee hoe ik moest draven, waren we bij een riviertje waar de paarden iets konden drinken en wij even konden aufsteigen. Op de terugweg ging het draven, na wat uitleg van Jasmijn, een stuk beter. Galop? Hoewel mijn paard dat op een gegeven moment wel wilde, heb ik dat nog maar even gelaten voor wat het was.

Tarija

De ontspanning in Tupiza was wel weer even voldoende en daarom vertrokken we richting Tarija. Dit was verre weg de meest spannende busrit tot zover (smalle bergweggetjes, haarspeldbochten, baño natural), ik wist bij aankomst een applausje voor de buschauffeur nog maar net te onderdrukken.Tarija ligt in de wijnstreek van Bolivia en is, net als Santa Cruz, een stuk ontwikkelder dan de andere plaasten in Bolivia. Tarija daarentegen heeft een erg mooi centrum met veel pleintjes met leuke restaurants en terrasjes. De omgeving bestaat voornamelijk uit wijnvelden en dat ziet er erg indrukwekkend uit. Wij waren hier dan ook naartoe gegaan om een wijntour te gaan doen. De tour bracht ons eerst langs een kleine wijnerij in de stad zelf. Hier werd ons verteld dat Tarija de hoogst gelegen wijnstreek in de wereld is en dat met behulp van onder andere veel nederlandse investeerders de wijnen steeds beter worden. Volgens de meeste bolivianen is de Concepción de beste boliviaanse wijn, maar de Kohlberg is nog steeds de bekenste. Tijdens de tour zijn wij ook in de Concepción vallei geweest. Er wonen hier slechts 5000 mensen en die werken allemaal in de wijnen. Bij de wijnerij van Concerpción, die een stuk ruimer was opgezet dan de wijnerij waar we eerder waren, kregen we zoet wit, droog wit, droog rood, witte en rode port en grapa te proeven. De ´tinto seco´ (rood droog) was erg lekker. Tijdens de tour en het proeven viel het op dat de boliviaanse wijnen over het algemeen iets zoeter zijn dan wat ik gewend was, waarom dit zo was kon ik alleen niet achter komen.

Potosi

Het mijnwerkersstadje Potosi was onze volgende stop. Potosi was ooit de grootste stad van Amerika. Dit was in de tijd dat er grote hoeveelheden zilver werden gewonnen uit ´Cerro Rico´ (rijke heuvel). Potosi is qua grootte nu geen bijzondere stad meer, maar de mijncultuur heerst er nog steeds en is indrukwekkend te noemen. In de jaren dat zilver werd gewonnen uit Cerro Rico waren de werkomstandigheden erbarmelijk en zijn er naar verluid meer dan 8 miljoen mijnwerkers, vaak slaven van de spanjaarden, omgekomen. Het bizarre is dat de werkomstandigheden tot op heden eigenlijk nauwelijks zijn verbeterd. Een van de redenen om naar Potosi te gaan was dan ook om een kijkje te nemen in een van de mijnen waar nog gewerkt wordt. Er zijn nu namelijk tours die je een kijkje achter de schermen laten nemen.
Doordat Potosi vroeger zo een grote stad was heeft een groot centrum en telt de stad oa meer dan 19 kerken. Omdat er zoveel verschillende mensen op het zilver afkwamen woonden er ook veel verschillende culturen in Potosi en dit is terug te zien in de verschillende bouwstylen binnen de stad. Het is dan ook zeker de moeite om rustig een halve dag door de stad te lopen om alles op je gemak te bekijken. Niet ver buiten Potosi liggen de twee Tarapaya hotsprings. Beide liggen in een krater van een slapende vulkaan. Veel mensen gaan hier naar toe om in het heerlijke warme water te zwemmen en dat hebben wij natuurlijk niet aan ons later voorbij gaan. Met het zonnetje erbij en een aardig uitzicht een goede manier om je middag te spenderen.
De tweede dag in Potosi zijn we de mijnen in gegaan. We moesten eerst langs een warehouse waar wij andere kleren en laarzen aan moesten trekken, een helm opgezet kregen en er een ´koplamp´ bij ons werd geinstalleerd. De volgende stap was om naar de ´minersmarket´ te gaan. Het wordt verwacht dat de bezoekers van de mijnen cadeautjes meenemen voor de mijners. De standaard cadeau´s die aan de mijners worden gegeven zijn coca-bladeren, frisdrank, dynamite of soms gereedschap, dit zijn namelijk dingen de mijnwerker anders zelf moet kopen. Onderweg naar de mijnen werd ons verteld dat de mijnwerkers over de hele dag ongeveer 300 coca-bladeren kauwen, dit om de honger en vermoeidheid te onderdrukken. Een mijnwerker kan namelijk geen eten mee de mijn in nemen in verband de giftige stoffen die daar hangen en de grote hoeveelheid stof, maar ook is het lastig om in de kleine ruimtes iets mee te sjouwen. De mijn die wij in gingen was mijn ´Candalaria´. Wij zouden niet lagen gaan dan niveau 3 ivm de veiligheid, maar sommige mijnen hebben 17 niveaus. Niveau 1 ging nog aardig, het kwam neer op ongeveer 250m gebukt lopen. Hier kwamen wij ook de eerste mijnwerkers tegen die met een karretje de mineralen naar buiten reden. In de mijnen wordt nog steeds zilver gewoon, maar omdat de hoeveelheid zilver veel lager is dan vroeger, wordt er nu tin en zink gewonnen. Hoe verder je de mijn inliep voelde je de temperatuur omhoog gaan. Het is ook niet ongewoon als het verder in de mijn tussen de 35 en 40 graden is. Voordat we naar niveau 2 gingen werd verteld wat de mijnwerkers ongeveer verdienen. Zij krijgen, afhankelijk van hun senioriteit, tussen 2500 en 3000 bolivianos per maand (ze werken zes dagen per week), een stuk meer dan je in de stad kan verdienen. Op niveau twee waren nooit mineralen gevonden, dus dit waren slecht een paar nauwe gangetjes, en we gingen direct door naar niveau 3. Hier was een groep mijnwerkers bezig. Ze vervoerden karretjes met daarin ongeveer een ton stenen met mineralen. Van deze ton zal uiteindelijik maar 2 kg aan 60% zilver overblijven, vroeger was dit percentage 97% en de hoeveelheid per ton een stuk hoger. We mochten deze groep ook helpen met wat werk. Ik kan je zeggen dat het omscheppen van een ton aan stenen in een stoffige omgeving op ongeveer 4000m hoogte niet meevalt. En ik was dan ook blij dat ik na een paar minuutjes het schepje er weer bij neer kon leggen. Na nog verder de mijn in te zijn gelopen en een andere groep te hebben geholpen was het na ongeveer 2 uur in de mijnen weer tijd om naar boven te klouteren. Eenmaal buiten aangekomen en eens rustig nagedacht te hebben over deze ervaring, kwam ik toch wel tot de conclusie dat dit een van de meeste onmenselijk baan is. Dat het een eer is om als mijnwerker te werken snap ik niet, dat er veel respect is voor de mijn lijkt mij vanzelfsprekend.

Sucre

We gingen naar Sucre (La Ciudad Blanca de America) met het plan om daar carnaval te gaan vieren. Toen we daar echter aankwamen bleek dat de carnavalsfestiviteiten bijzonder gering zouden zijn. Er zouden wel wat groepen door de straten lopen, maar van een georganiseerde parade was geen sprake. Bovendien gingen de meeste mensen die bij ons in het hostel zaten richting Oruro. Dit in overweging te hebben genomen, hebben wij de knoop doorgehakt en hebben wij van ons bezoek aan Sucre niet meer dan een pitstop gemaakt, met als volgende bestemming Oruro.
Om er toch het beste van te maken, hebben wij veel door het centrum gelopen (Plaze 25 de mayo, Mercado Principal, etc.), waar inderdaad alle gebouwen wit zijn. (Er is ook een wet in Sucre die iedereen verplicht minimaal 1 keer per jaar opnieuw moet witten) Het viel meteen op dat de mensen in Sucre een stuk socialer zijn dan de bolivianen die wij tot dusver waren tegengekomen. Toen wij ons hostel niet vinden en ik de weg vroeg, werden we zonder moeite even naar de dichtsbijzijnde `Informacíon Turista` begeleid. Ook in de vele restaurantjes die er in Sucre zijn krijg je het gevoel dat de mensen daadwerkelijk blij zijn dat je er bent en er werd ons ook veel informatie gegeven over wat wij met onze geringe tijd in Sucre konden doen. Wij hebben ons er goed vemaakt. Desalniettemin stapten wij 36 uur na aankomst alweer in de bus richting Oruro.

Carnaval Oruro

Wij kwamen om 5 uur ´s morgens in Oruro aan en werden door onze tour operators naar onze slaapplaats gebracht. Tijdens carnaval in Oruro kunnen de verschillende hostels en hotels de hoeveelheid mensen niet herbergen, dus kun je bij de mensen thuis ook terecht voor een slaapplaats. Dit laatste was voor ons ook het geval. De omstandigheden waarin je leeft zijn hierdoor echter gelijk aan die van de bolivianen zelf. Wij sliepen met 10 andere carnavalsgangers op een kamertje, de matrassen waren bikkelhard en niet dikker dan 8 cm en er was 1 douche en wc voor in totaal 20 man. Maar hé, we gingen daar toch niet zoveel tijd spenderen omdat we hier waren om carnaval te vieren.
De eerste ochtend bleek de douche nog niet te functioneren en gingen we het centrumpje in op zoek naar een alternatieve douche-gelegenheid. De voorbereiding voor de optocht van de dag erna waren al volop bezig. Langs de gehele route (ik denk zo´n 3 - 4 km) werden aan weerskanten tribunes opgebouwd met rond de 10 rijen, er werden voetgangersbruggen over de parade route gebouwd en overal waar je keek was er de mogelijkheid om feestartikelen te kopen. Confetti, maskers, pruiken, bussen die schuim spuiten (deze kende ik nog uit Colombia), waterballonnen, ´firecrackers´ (-:, slingers, alles om de boel op te vrolijken. Als je nog geen zin had, dan kreeg je dat wel! Na een goede 30 minuten zoeken vonden we een plek om te douchen, een waar badhuis. Een primeur, want ik was nog nooit eerder in een badhuis geweest.
Na deze, voor mij, nieuwe (niet heel bijzondere) manier van reinigen, was het tijd voor een city tour door Oruro. We begonnen bij het museum, hier was eigenlijk niet zo heel veel te zien behalve de verschillende carnavalspakken en maskers die over de jaren heen waren gebruikt en hier werden tentoongesteld. Maar sinds twee weken voordat wij in Oruro aankwamen, staat het hoogste beeld van Zuid-Amerika officieel in Oruro. (Het op 1 na hoogste beeld is het Christus beeld in Cochabamba met 40m, op de voet gevolgd, met 38m, door de Corcovado in Rio) Het beeld in Oruro van ´Virgin Mary´, de beschermheilige van het mijnwerkersstadje, is een 45m hoog en kan vanuit de hele stad gezien worden. Dit beeld was onze tweede stop en omdat deze op een heuvel staat, hadden we ook meteen een spectaculair uitzicht over de stad en de omliggende omgeving.
Bij terugkomst van de tour begon het carnavalsgevoel bij de meeste toch wel een beetje kriebelen en na wat biertjes en hamburgers gingen we dan ook opzoek naar het eerste feestje. Onderweg kwamen we er achter dat we naar de plaza moesten en hoe dichter bij we kwamen, hoe heftiger de schuimgevechten werden, gelukkig wisten wij ons er nog aardig buiten houden. Op de plaza stond een podium waar de hele avond live muziek werd gespeeld en het stond vol met feestende bolivianen. Bijna overal werd er bier aangeboden en zonder biertje staan was dan ook bijna onmogelijk. (Wat een straf) Achter het podium lag een straat waar de parade de dag erna ook doorheen zou gaan. Omdat deze straat helemaal vol stond, besloten wij daar ook maar even een kijkje te gaan nemen. En dat was zeker de moeite waard. Er was daar een rond de 100-koppige boliviaanse band de ´Morenada´ (hét carnavalsnummer in Bolivia) aan het spelen en bijna de hele straat was aan het meezingen. Heel erg mooi om dat mee te maken! Destemeer omdat dat nummer al ongeveer 3 dagen in mijn hoofd zat. Na hier de rest van de avond te hebben gestaan was het tijd om grot-waarts te gaan (een huis kon je het niet noemen), want de parade zou de dag erna om 8 uur ´s morgens beginnen.
Na een heerlijk ontbijt van chorizo worstjes met te veel knoflook, verzamelde wij om half negen om richting de parade te gaan. Wij zaten met 25 man in 1 vak en vanaf het moment dat we gingen zitten was het raak met schuimgevechten. Bovendien had het eerste biertje goed gesmaakte, dus het beloofde een mooie dag te gaan worden. Toen wij binnenkwamen kwam net de 9de groep voorbij schuiven. Over de hele dag waren er 49 groepen. Binnen 1 groep zitten verschillende dansgroepen welke allemaal hetzelfde kledingsthema hebben. Iedere groep heeft 1 of meerdere bands meelopen welke bijna allemaal meer dan 100 man tellen. Het duurde soms dus meer dan een half uur voordat een groep volledig gepasseerd was. De kostuums werden gedurende de dag verstreek steeds indrukwekkender. Natuurlijk allemaal erg kleurrijk, maar van sommige kon je het je bijna niet voorstellen dat iemand met dat pak het hele stuk ging lopen. (zie de foto´s) Na bijna 12 uur naar de voorbij dansende parade te hebben gekeken en in de schuimgevechten te hebben gezeten, we zijn alleen tussendoor van onze plaats geweest om af en toe iets te eten, besloten wij om negen uur (na 12 uur) onze plek te verlaten om een rondje te gaan lopen. Op dat moment kwam net groep 35 voorbij. De volgende dag hoorde wij dat de laatste groep (49), door 2 uur uitstel door regen, pas om 5 uur de revu passeerde. Ongelooflijk hoeveel mensen hieraan meedoen. En het allemooiste is, dat er de dag erna weer een soortgelijke parade is, waar de volgorde alleen anders is en de groepen de kostuums van het jaar ervoor dragen. Carnaval Oruro!! een super ervaring!

La Paz

Na de feestelijkheden in Oruro was het tijd om weer richting La Paz te gaan, omdat Jasmijn daar, na 24 dagen samen reizen, weer op het vliegtuig naar huis moest. We hadden nog 1 dagje in La Paz samen om te shoppen, en dat kan daar bijzonder goed, voordat ze weer richting Nederland ging.
Het was wel weer even wennen om weer ´alleen´ verder te reizen, maar dat komt zeker goed. Ik ben nog niet klaar. Ik ben inmiddels twee dagen verder en nog in La Paz, omdat er na carnaval geen bussen rijden. Maar morgen ga ik weer verder, want het is weer tijd voor iets nieuws, het is tijd voor Argentinie!

Ps. Ik heb ook alle foto´s bij dit verhaal ge-upload.
Pps. Mijn verhaal over Brazilie volgt nog.

Foto’s

5 Reacties

  1. Ria:
    16 februari 2013
    Hoi Chris,
    Wat kan jij lekker vertellen en schrijven.
    Groetjes en geniet nog even.
    Ria
  2. Arie en jade:
    17 februari 2013
    Heb zojuist je verhaal voor tweede keer gelezen, helemaal top, super om mee te maken. Heel veel plezier in Argentinië. En onthou ich bin zwei hunden. Groet Arie en jade
  3. Marjolein Buhl:
    21 februari 2013
    Beste Chris,

    Wat schrijf je goed en beeldend! Erg leuk om op deze manier je belevenissen een beetje te kunnen volgen! Inmiddels hadden we van Jasmijn natuurlijk ook al de nodige verhalen en prachtige (natuur-) foto's gezien. Dank je wel voor je goede
    zorgen voor haar. Een hele geruststelling voor ons te weten dat jullie daar samen waren en allerlei leuke en sportieve activiteiten hebben ondernomen. De laatste weken van je reis zijn nu aangebroken en voor je het weet zet je weer voet op Hollandse bodem. Geniet er dus nog maar even van! Alhoewel het in Bolivia ook niet altijd stralend weer was, mis je qua klimaat weinig hier. Er staat een gure wind en die maakt het erg koud, maar weer niet koud genoeg om te kunnen schaatsen b.v.
    Beste Chris: veel plezier nog even en we hopen je gauw weer terug te zien en alle verhalen nog eens 'live' van je te horen.

    Hartelijke groet,
    Marjolein
  4. Ma:
    5 maart 2013
    Jéh Chris, wat een belevenissen. Echt leuk om te lezen.

    Tot over een dag of tien, je moeder
  5. Daphne:
    6 maart 2013
    Wow.. Wat maak je veel mee.. Lees stiekem je reisverhaal mee maar wat ben ik jaloers :$ geniet er maar lekker van en veel plezier in Argentinië! Groetjes